Simon Tolkien over No Man's Land en zijn fascinatie voor de Eerste Wereldoorlog
Mijn grootvader, J.R.R. Tolkien, had gevochten aan de Somme. Ik had In de ban van de ring gelezen en zag het door de oorlog verscheurde landschap voor me dat hij zo treffend beschreef. Ik begreep dat ik alleen bestond omdat hij het geluk had gehad om te overleven. En tegelijkertijd zag ik de beelden van Vietnam op de televisie: ik vroeg me af hoe het was voor jongens die maar iets ouder waren dan ik, om ten strijde te trekken in een vreemd land; ‘over the top’ van hun loopgraaf; te duelleren met de dood terwijl ze zo jong waren.
Mijn fascinatie met de Eerste Wereldoorlog is altijd gebleven. Ik bezocht de slagvelden; ik zag de eindeloze rijen met witte kruisen op de stille kerkhoven, en ik wilde weten waar de dode soldaten vandaan kwamen. Wie waren ze? Wat voor leven hadden ze geleid voordat ze weg marcheerden? Ik begon het Edwardiaanse tijdperk te bestuderen, toen Engeland werd verscheurd door het klassesysteem. De allerarmsten werkten in de fabrieken tegen hongerlonen, een klein aantal families, dat ene procent, bezat de helft van de rijkdom van het hele land.
In Niemandsland wilde ik het verhaal vertellen van de rijken en de armen; van de oorlog en de jaren daarvoor: een tijd toen zij die vroeg moesten sterven er geen idee van hadden wat hen te wachten stond. Mijn held Adam Raine, zoon van een vakbondsman, ervaart de claustrofobie en het gevaar van de kolenmijnen in Yorkshire, waar verzakkende plafonds werden gestut door houten balken en waar constant explosiegevaar dreigde door het methaangas dat zat opgesloten in de stinkende gangen. Maar door een speling van het lot belandt Adam in de weelderige levensstijl van een Edwardiaans landhuis: de wereld vereeuwigd in Downton Abbey. Hij verlooft zich met het meisje waar hij van houdt en bemachtigt een studiebeurs voor Oxford. Vervolgens moet hij alles weer opgeven wanneer de oorlog begint. In de loopgraven, te midden van oude en nieuwe vrienden, traint Adam voor de ‘Big Push’ en wacht op het begin van de verschrikkelijke Slag aan de Somme.